De juiste techniek om uw haard of kachel te stoken


De meeste kachelstokers hebben een verkeerde stooktechniek.

De kachel met hout vullen, de asla open zetten en lekker laten loeien. Totdat het binnen zo warm wordt dat ze alle schuiven en kleppen dicht gaan zetten (temperen).

Als je dat doet, krijg je een te lage temperatuur in de schoorsteen (onder de zestig graden). Dit is het dauwpunt. Dan gaat de schoorsteen condenseren en krijg je een teerafzetting in de wand van de schoorsteen die je er met vegen niet uit krijgt. Deze teerafzetting wordt ook wel creosoot genoemd.

Daarom kun je het best een temperatuurmeter plaatsen op de pijp van de kachel en die als leidraad gebruiken. De juiste temperatuur op de juiste plaats.

  • Het vuur regelt u door meer of minder lucht in de kachel toe te laten.
  • Veel brandstof maakt het moeilijker de juiste lucht in te stellen.
  • Conclusie: met regelmaat een kleine hoeveelheid brandstof toevoegen.
  • Regel de luchttoevoer zodanig dat het vuur met heldere vlammen en weinig rook brandt
  • Bij een haard met open vuur is een overmaat van lucht aanwezig.
  • Met de hoeveelheid brandstof regelt u het vuur.
  • Regel nooit het vuur met de schoorsteenklep. Dat geeft koolmonoxide en is gevaarlijk.
  • Barbeque niet in de haard, de rook (vetdamp) zet zich af in de schoorsteen en geeft extra kans op schoorsteenbrand.
  • Conclusie: goed stoken betekent een tussenweg zoeken van fel en gesmoord stoken.
  • Laat altijd wat as achter in de haard.
  • Gebruik alleen (goed gedroogd) hout als brandstof.
  • Gebruik iedere keer maar een paar blokken, vooral niet teveel.
  • Gebruik géén behandeld hout (verf, beits, geïmpregneerd, etc.).
  • Gebruik géén multiplex, spaanplaat en oud papier.
  • Zorg voor een goede zuurstoftoevoer (eventueel een raam op een kier).